Coöperaties en netbeheerders: experimenteren in de ‘spontane proeftuin van onderaf’

Rapport:
De Proeftuin decentrale duurzame collectieven: de opkomst van lokale burgerinitiatieven in de energiemarkt en de betekenis voor netbeheerders en netbeheer, in opdracht van NetbeheerNederland.

Een project in samenwerking met Maya van der Steenhoven en Arthur Wendel.

De opkomst van decentrale energiecollectieven

In 2013 krijgen de netbeheerders steeds vaker te maken met burgers of kleine ondernemers die ‘iets willen met energie’. Ze willen zon op hun eigen dak, op scholen of een windmolen in de buurt en kloppen aan bij de netbeheerders. Ze hebben vragen over aansluitingen, zoeken naar handige tools om inzicht te krijgen in de lokale energiesituatie en vragen om expertise en advies. Voor de netbeheerders is dit nieuw. Ze weten eigenlijk nog niet zo goed hoe ze om moeten gaan met deze opkomende burgerbeweging.

Ondertussen hebben zonne-energie en windenergie wel serieuze gevolgen voor het elektriciteitsnet. In plaats van eenrichtingsverkeer van de centrale naar de huizen en fabrieken, wordt het tweerichtingsverkeer over de ‘koperen plaat’. De burgercollectieven dragen bij aan de versnelling van deze energietransitie. Netbeheerders houden de vinger daarom graag aan de pols.

In 2013 vraagt NetbeheerNederland, de koepelorganisatie van alle netbeheerders, ondersteuning aan Maya van der Steenhoven, Arthur Wendel en mijzelf in het onderzoeksproject ‘decentrale markten’.

De vraag: Wat betekent de lokale energiebeweging voor de netbeheerders? Hoe kunnen zij op deze trend en ontwikkeling inspringen? Welke wensen en behoeften hebben coöperaties ten aanzien van de netbeheerders (en de energiemarkt)?

Het resultaat is samengevat in het rapport: Proeftuin van de Decentrale Duurzame Collectieven. De aanbevelingen zijn meegenomen in het Actieplan Duurzame Energievoorziening en netbeheerders zijn intern aan de slag gegaan.

De onderzoekers: De coöperatieve beweging is eigenlijk een soort ‘spontane proeftuin’,  met een knipoog naar de Proeftuinen Smart Grids. Deze proeftuin is niet gestuurd, niet top down georganiseerd en wordt ook niet betaald door de overheid of bedrijfsleven. Burgers en bedrijven gaan gewoon spontaan aan de slag, lopen al doende tegen van alles aan en doen zo een schat aan praktijkervaring op. Maatschappelijke innovatie in actie. Doe er je voordeel mee, is ons advies.

Advies aan de netbeheerders

Richt je op een nieuw soort klant

Energiecoöperaties zijn een nieuw type speler in de energiewereld. De collectieven combineren meerdere of alle rollen in de keten: georganiseerde eindgebruikers, projectontwikkelaars, dienstverleners en producenten. Dit gaat duidelijk verder dan de prosument: de huiseigenaar met de eigen zonnepanelen de rollen van producent en consument combineert. Dit betekent dat de netbeheerders met een nieuw soort klant te maken hebben. Het rapport biedt een typologie om verschillende initiatieven van elkaar te onderscheiden.

korte termijn: aansluiten, aansluiten, aansluiten!

  • Advies 1: Lever meer maatwerk in de klantbenadering en dienstverlening en stem deze af op typen initiatieven (van startende initiatieven tot lokale energiebedrijven). Waar netbeheerders eerst met een relatief kleine groep energie-experts te maken had, kloppen nu vaak ook relatieve leken bij hen aan. Dat vraagt allereerst om een meer toegespitste klantbenadering en dienstverlening.
  • Advies 2: Ontwikkel advies, informatie op maat voor lokale initiatieven. Ze willen weten wat er in de eigen regio mogelijk is, wat er opgewekt en bespaard kan worden. Ze willen lokaal vraag en aanbod met elkaar verrekenen. Maak bestaande tools – zoals Energie in beeld – toegankleijk voor collectieven.
  • Advies 3: Lever gewoon bestaande diensten en doe dat goed: aansluiten, aansluiten, aansluiten! De coöperaties vragen om meer flexibiliteit in tarifering, contractvormen, procedures en financiering.

Voor de langere termijn:

  • Advies 4: Wees helder over de toepassingsmogelijkheden van innovatieve technologie. Smart grids, slimme ICT, tarifering en intelligente sturing van vraag en aanbod worden nog ontwikkeld en hebben vaak 2030 of 2050 voor ogen. In de buitenwereld denkt vaak morgen al met smart grids aan de slag te kunnen.
  • Advies 5: Wees helder over de kostenvoordelen van lokale opwekking voor het systeem en over de potentieel verdienmodel voor lokale partijen. Bijvoorbeeld door lagere transportkosten, beloning voor geboden flexibiliteit, etc.

Actielijnen:

1. Klantbenadering en dienstverlening:  meer maatwerk op basis van een differentiatie van lokale energie-collectieven (van startende initiatieven tot lokale energiebedrijven).

2.Producten en diensten voor decentrale collectieven: ontwikkelen van adviesdiensten en dataservices tegen acceptabele kosten. Netbeheerders hebben al veel op de plank liggen, zoals Energie in Beeld of EnergieAaandeel.

3.Aansluiten (toegang tot het net): meer maatwerk rond aansluitingen en aansluitdiensten, flexibiliteit in contractvormen en tarifering, flexibeler aansluitbeleid.

4.Intelligente sturing van lokale vraag en aanbod: verheldering over (on)mogelijkheden, de systeembaten, kostenvoordelen en potentiële verdienmodellen voor decentrale collectieven.

5.Wet- en regelgeving: sterkere borging van de rol van netbeheerders in de energietransitie, herziening van de tariefstructuur en kostentoerekening.